‘Ik heb mijn vader voor een tweede keer leren kennen’
Merlijn Kamerling over zijn zoektocht naar zijn vader
Tien jaar na het overlijden van zijn vader Antonie Kamerling, gaat Merlijn Kamerling (22) op zoek naar wie zijn vader eigenlijk was. Samen met goede vriend en schrijver Matthijs Kleyn schreef hij het boek ‘Nu ik je zie’, waarin hij in gesprek gaat met familie en vrienden van zijn vader, die in 2010 uit het leven stapte. “Tien jaar lang vermeed ik alles wat met mijn vader te maken had, nu heb ik hem echt leren kennen.”
Hoe zou jij je vader omschrijven?
“Als een liefdevolle vader, die het liefst al zijn tijd met ons doorbracht. Voetballen in de tuin, zwemmen in de plas voor het huis en samen op vakantie als hij vrij was. Zelfs als zijn agenda het niet toeliet nam hij mij gewoon mee naar interviews en het theater, zodat we tijd konden doorbrengen met elkaar. Een héél ander antwoord dan ik voor het schrijven van dit boek zou hebben gegeven. Ik had een beeld van een vader die altijd heel gek deed, die mij voor gek zette door mij naar school te brengen in zijn badjas. Die een grote, nieuwe klus aanpakte (musical Sunset Boulevard red.), vijf maanden niet thuis was en daarna uit het leven stapte. Maar nu ik de verhalen van de mensen om hem heen heb gehoord, weet ik dat hij een liefdevolle, vrolijke vader was.”
Je vader leed aan depressies, met manische periodes, wat kreeg jij daarvan mee?
“Ik heb het eigenlijk tot mijn elfde niet doorgehad. Een half jaar voor zijn dood begon ik te merken dat hij steeds meer problemen had om bijvoorbeeld uit bed te komen en de dag te beginnen. Als ik naar school ging, sliep hij en als ik thuiskwam lag hij vaak nog in bed. Soms kwam hij er wel uit, ik denk dat mijn moeder dan aan hem vroeg om aanwezig te zijn als vader. Maar ook dan was hij er niet echt bij en lag hij urenlang televisie te kijken op de bank. Ik kan mij alleen de depressieve momenten herinneren, op de manische momenten kan ik niet echt een vinger leggen. Dat waren waarschijnlijk vooral de momenten waarop ik dacht dat ik een leuke, vrolijke vader had die de hele dag dingen wilde doen. Een vader die in de positieve zin van het woord wat ‘gekkig’ was. Tot een maand voor zijn dood was niet vastgesteld dat hij depressies had, toen ging hij pas na veel aandringen van mijn moeder naar een psycholoog.”
Je vader stapte in 2010 uit het leven, hoe was dit voor jou?
“Ik voelde me eenzaam, in de steek gelaten. Dat heb ik nu nog steeds wel eens. De eerste weken waren een chaos. Wat ik mij kan herinneren is dat meteen nadat de politie en de lijkschouwer waren vertrokken, familieleden ‘s avonds bij ons op de stoep stonden om te helpen. Die avond nog zijn we naar Onno en Albert (Onno Hoes, de broer van Merlijns moeder, en zijn toenmalige partner Albert Verlinde red.) in Brabant gereden om daar de nacht door te brengen, al kan ik mij herinneren dat ik de hele nacht niet heb geslapen. De volgende ochtend gingen we terug naar huis en heb ik voor mijn gevoel twee weken lang alleen maar gehuild, met iedere keer een ander familielid naast mij om mij te steunen.”
Je schrijft in ‘Nu ik je zie’ dat je rond je vijftiende besloot om niet meer over je vader te praten, hoe kwam je tot dat besluit?
“Terugkijkend denk ik dat het verdriet mij teveel werd. Ik wilde niet mee naar familie op zijn sterfdag, sloot me af voor alles wat hij had achtergelaten aan muziek en bijvoorbeeld televisiemomenten. De broer van mijn vader Kristiaan, wilde altijd graag praten over mijn vader als we iets leuks gingen doen. Tegen hem zei ik dat ik niets meer met hem wilde doen als we het over mijn vader zouden hebben. Het verdriet en de pijn waren te heftig. Om maar niet te hoeven voelen maakte ik problemen op school, hing op straat en begon ik te blowen. Iedere bijbaan was maar voor een paar weken, dan stopte ik, werd ik ontslagen of kwam ik niet meer opdagen. Ik ben pas gaan praten over mijn gevoel toen ik schrijver Matthijs tegenkwam, zo’n twee jaar geleden, toen we samen aan een project werkten. Hij vroeg mij: ‘Als iemand nou vraagt hoe het de afgelopen jaren is gegaan, wat zeg je dan?’ Ik vond mijzelf verschrikkelijk, had niets met mijn leven gedaan en overal van weggekeken. Best confronterend. Ik liet het bezinken en kwam tot het besef dat ik mijn vader wilde leren kennen, maar ook mijzelf. Matthijs en ik besloten samen de zoektocht naar mijn vader op te schrijven in een boek en daarmee begon ook het rouwproces dat ik zo hard had proberen te vermijden.”
Samen schreven jullie het boek waar je vrienden en familie van je vader voor interviewde, hoe was dat?
“Het was een nieuw startpunt in mijn leven. Niet alleen leerde ik mijn vader voor een tweede keer kennen, ik kreeg weer ritme in mijn leven, een doel. Praten met de vrienden van mijn vader en familie was speciaal. Met mijn oma bijvoorbeeld, waar ik al een goede band mee heb en vaak mee praat, had ik het nog nooit over mijn vader gehad. Het gesprek dat ik met haar heb gehad, voelt heel bijzonder. Ik ben blij dat we samen over mijn vader hebben gepraat.”
Hebben de anekdotes over je vader je verrast?
“Ik ben erachter gekomen dat ik heel veel op hem lijk. Dat geeft rust en een goed gevoel. Ik ben nog erg zoekende wat ik met mijn leven wil doen, mijn vader had dat ook. Hij had ook geen zin in school, wilde meer creatief bezig zijn, doen waar hij zin in had. Hij wist ook niet precies wat hij wilde, wat bij hem paste. Daarnaast heb ik de afgelopen jaren geblowd, dat deed hij ook. Maar het geeft mij rust dat hij er vanaf is gekomen, ik kan dat ook.”
Hoe kijk je terug op het schrijven van het boek?
“Het was een zware periode. Niet alleen omdat we ons een deadline van één jaar hadden gesteld, maar vooral omdat er veel verdriet omhoog kwam. Het gemis van een vader was extra goed voelbaar. De afgelopen jaren heb ik mij veel afgesloten van mijn gevoel. Door met familie en vrienden over mijn vader te praten heb ik het gevoel dat ik nu dichter bij mijzelf sta. Daar heb ik ook steun bij gehad van een rouwtherapeut die mij het tijdens het schrijven heeft begeleid met rouwen over mijn vader.”
Ben je zelf bang dat je hetzelfde kan krijgen als je vader?
“Die angst is wel eens naar boven gekomen, het is het eerste waar je aan denkt als het niet goed gaat. Een gevoel dat ook wordt versterkt als je blowt. Met mijn rouwtherapeut en moeder heb ik het vaak over deze vraag gehad. Vooral in het afgelopen jaar, omdat ik erachter kwam dat ik zoveel op mijn vader lijk. Mijn therapeut sluit uit dat ik depressief ben en ik zelf ook. Ik sta veel sterker in mijn schoenen en zit beter in mijn vel, ondanks het moeilijke en confronterende jaar dat ik heb gehad. En al zou ik net zoals mijn vader wel een aanleg hebben voor depressies, een depressie kan altijd ontstaan, dan denk ik dat ik eerder aan de bel zou trekken en stappen zou ondernemen om te werken aan herstel.”
Je moeder schrijft in de binnenflap van het boek: ‘als je de zware stap durft te nemen om op zoek te gaan naar wie je vader was en uiteindelijk ook naar wie je zelf bent, kun je door met je leven’. Voelt dat voor jou ook zo?
“Ja, ik voel mij een stuk sterker in mijn schoenen staan, ben zelfverzekerder dan ooit en heb meer zelfvertrouwen in mijn eigen kunnen. Dit heb ik voor een deel ook zeker aan mijn moeder te danken, ze was en is er altijd voor mij. Zij was de enige bij wie ik altijd mijn hart durfde te luchten. Ik wilde vroeger niet praten met psychologen, maar wel met haar. Dat heeft mij heel erg geholpen en nu nog steeds. Als er iets is, dan is mijn moeder de eerste die ik bel.”
Welk advies zou je anderen, die in eenzelfde situatie zitten, geven?
“Een van de dingen die ik het afgelopen jaar heb geleerd is dat praten over je gevoelens echt helpt. Praat met je vrienden, familie of een specialist en je zult zien dat het oplucht. Ik had mijzelf een flink aantal moeilijke jaren kunnen besparen als ik dat eerder had gedaan. Daarnaast is een psychische kwetsbaarheid van jezelf of bijvoorbeeld een ouder, nooit iets waar je jezelf voor hoeft te schamen. Maak het bespreekbaar, hoe moeilijk dat soms ook kan zijn.”
* foto gemaakt in The College Hotel Amsterdam.
Win een gesigneerd ‘Nu ik je zie’ van Merlijn Kamerling
In ‘Nu ik je zie’ gaat Merlijn Kamerling in gesprek met familie, collega’s en vrienden van zijn vader Antonie Kamerling, om zo meer te weten te komen over wie zijn vader was. Het levert een ontroerend, ontwapend boek op dat niet alleen ingaat op Antonie, maar ook weergeeft hoe het is om te leven met depressies. Link mag drie gesigneerde exemplaren van ‘Nu ik je zie’ weggeven. Stuur voor 5 februari een mail naar communicatie@ggzoostbrabant.nl o.v.v. ‘Nu ik je zie’ en laat ons weten voor wie jij dit boek zou willen winnen.
Ben jij benieuwd naar de verhalen van andere BN-ers die we interviewden voor Link? Kijk dan op ons online platform Vallen en weer opstaan: www.vallenenweeropstaan.nl .