Image

‘Ik zie mijn persoonlijke ervaring vooral als mijn kracht’

Binnen GGZ Oost Brabant werken wij vanuit de visie dat een psychische aandoening of kwetsbaarheid niet alleen de cliënt raakt, maar ook de mensen in zijn of haar directe omgeving: de familie en naasten. Daarmee bedoelen we iemands partner, ouders, kinderen, broers en zussen, maar ook (onder meer) vrienden, buren, een collega, leraar of iemand van de sportclub.

Hoe is het om als moeder ervaring te hebben met de geestelijke gezondheidszorg én als professional in diezelfde sector te werken? Helma van Iersel – zij is groepsbegeleider bij Bunthorst 2 op Huize Padua en volgt de opleiding HBO Verpleegkunde - deelt haar ervaringen.

Bunthorst 2 is een open afdeling voor mensen met een ernstige psychiatrische aandoening. “Zij verblijven vaak al langdurig in de ggz en hebben veel begeleiding nodig”, vertelt Helma. “Binnen Langdurig Intensief Verblijf gaan we van een behandelsetting naar verblijf en wonen. Daarbij gaat het steeds meer om welbevinden en zingeving. Daar hoort bij dat we binnen de teams van Bunthorst als geheel kijken waar we de betrokkenheid van naasten kunnen vergroten.”

Verwaterd contact

Hoe ziet het contact met naasten er voor de mensen die op Helma’s afdeling verblijven in de dagelijkse praktijk uit? “Er zijn cliënten die een goed contact met hun naasten hebben, al is het wat minder frequent. Eens in de zoveel weken een bezoekje, een wandeling maken, een taartje eten; op dat moment is er een warm contact. Mensen komen elk jaar naar het zorgadviesgesprek, waarbij de een wat meer inbreng heeft dan de ander. Dat is wisselend en afhankelijk van de situatie en de persoon. Sommige naasten bellen ons als ze iets signaleren. Een enkele cliënt gaat nog wel eens thuis een nachtje slapen.”

Daarentegen zijn er ook cliënten waar het contact is verwaterd, gaat Helma verder. “Is de behoefte aan contact er wel, dan kun je proberen er wat mee te doen. Ik merk dat we binnen het team daar wel alert op zijn, al kan het nog beter. De coördinator en de cliënt praten samen over hoe dat tot stand gebracht kan worden. Gaan we samen bellen of wil je dat alleen doen? Hoe wil je het gesprek insteken? Wat doe je als het antwoord van je naaste ‘nee’ is? We ondersteunen en begeleiden zo’n verloop op een respectvolle manier.”

Zelf was ik heel sterk

Negen jaar geleden kwam Helma als moeder intensief in contact met de ggz. “Mijn zoon is psychosegevoelig en is een aantal maanden in de HIC in Oss opgenomen geweest. Daar kwam ik de medewerkers tegen die nu mijn collega’s zijn, want destijds werkte ik nog in de gehandicaptenzorg.

Zelf was ik heel sterk in het gehele proces van mijn kind. En mijn geluk is dat hij ons als ouders altijd toestemming heeft gegeven om betrokken te zijn. Met zijn psychiater was er een heel goed contact en eigenlijk ging alles in goed overleg.”
Aan Helma werd in die periode niet gevraagd of zij het zelf kon volhouden. “Nu is dat misschien anders. Want dat zou ik wel meer willen zien. Je kunt naasten adviezen en aandacht geven, vragen hoe het met hen gaat, of zij handvaten of iets anders nodig hebben of hen bijvoorbeeld verwijzen naar lotgenotencontact zoals Ypsilon. Familie en naasten zijn een wezenlijk onderdeel van iemands leven. Een cliënt vaart wel bij een stabiel netwerk en gaat uiteindelijk terug naar huis.”

Geef jij maar aan wat je van me nodig hebt

Privé en op het werk is Helma altijd open over de situatie van haar zoon én van haar dochter, die ambulante begeleiding en een beschutte werkplek heeft. “Bij mijn sollicitatie, toen de situatie iets stabieler werd en ik overstapte van de gehandicaptenzorg naar de ggz, heb ik het meteen benoemd. Daar is zeer positief op gereageerd en dat ervaar ik nu nog steeds zo. De verschillende teamleiders die ik heb gehad gaven me allemaal de boodschap: ‘Geef jij maar aan wat je van me nodig hebt’. Ik ben heel blij dat ik dit zo goed kan bespreken met mijn team en teamleider.” Wel waakt Helma ervoor dat haar persoonlijke situatie haar professionaliteit niet belemmert. “Daar ben ik zelf alert op. Ik toets bij mijn collega’s of mijn emotie niet mijn valkuil wordt. Maar ik zie mijn ervaring vooral als mijn kracht en neem deze ook mee in mijn ontwikkeling als professional.”

Onderschat niet wat het betekent om naaste te zijn

Helma vindt het belangrijk om te kijken waar het team nog meer kan betekenen in het versterken van het contact met naasten. “Het team is sowieso heel bewogen, dat vooropgesteld. Maar ik denk dat je zelfs bij de naasten die wél betrokken zijn, meer kunt halen. Hen meer meenemen in de begeleiding, in overleg en in advisering, ook in de klinische setting. Mits de cliënt dat wil natuurlijk.”

Haar persoonlijke ervaring zorgt ervoor dat Helma zich zo betrokken voelt bij het onderwerp familie- en naastenbeleid. “Dat privé stukje is bijna niet los te koppelen. Het maakt dat ik een bepaalde kijk heb als professional: in mijn ogen is de betrokkenheid van naasten heel belangrijk. Nergens zit zoveel kennis over de persoon als bij hen.” Onderschat niet wat het betekent om naaste van iemand met een psychische aandoening te zijn, geeft ze aan. “Sommige reacties kan ik wel begrijpen. Ze zijn altijd waardevol. Want mensen gaan altijd vol voor hun naaste, al lijkt iets misschien onhaalbaar. Het is belangrijk om dat gevoel serieus te nemen.”

GGZ.logo wit

 

Postbus 3
5427 ZG  Boekel
088 – 846 04 60